Ingredienten
- 250 g boekweitmeel
- 250 g bloem
- 7 g droge gist
- 10 g zout
- 2 eieren, losgeklopt
- 400 ml lauwe melk
- 150 g rozijnen
- 50 g suiker
- 500 g keukenstroop
- 125 g boter
- 50 ml water
Bereidingswijze
Breng een grote pan met water aan de kook en leg op de bodem een
omgekeerd bord.
Meng in een kom het boekweitmeel, de bloem, de gist en het zout door
elkaar. Voeg al roerend de losgeklopte eieren en de melk toe tot een
klontvrij deeg. Roer er tot slot de rozijnen en de suiker door. Schep
het beslag in de punt van een kussensloop of in het midden van een
theedoek (beide uitgekookt en uitgewrongen of heel heet gewassen en nat
gemaakt met kokend water). In het geval van een theedoek: knoop de doek
met de vier punten aan elkaar. Zorg er wel voor dat er genoeg ruimte om
het deeg over is: het deeg zal in de pan nog ongeveer verdubbelen in
volume. Kook de jan-in-de-zak zo’n drie uur in de pan met water, dat u
net tegen de kook aanhoudt. Probeer de zak regelmatig te keren. Het
brood is gaar wanneer een satéprikker er droog uitkomt.
Maak ondertussen de stroopsaus. Verwarm de stroop, de boter en het water
in een pannetje en roer tot een homogeen geheel. Haal de jan-in-de-zak
uit de pan en laat hem even uitlekken. Neem het brood uit de theedoek
(schenk overtollig water weg) en snijd hem in stukken of plakken.
Serveer warm met de stroopsaus. De volgende dag zijn de plakken
jan-in-de-zak ook nog erg lekker; bak ze dan even op in een koekenpan
(net als wentelteefjes).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten